Benaming | Oost-Indische Kers |
Familie | Tropaeolaceae |
Omschrijving | Herkomst: Centraal- en Zuid-Amerika
Bodemeisen: niet té vruchtbare droge grond.
Bloemen: grootte (diameter): van 4cm tot 6 cm kleuren: room, geel, oranje, rood. Plantafstand: 25-30 cm.
|
Onderhoud | |
Groeien | Zaai 2 cm diep. De dikke zaden ter plaatse zaaien. Zorg voor arme grond om overvloedige sterke bladgroei te voorkomen. |
Tips | Ideale kweekplant voor kinderen omdat hij op korte tijd snel groeit (lukt altijd). Klimmende soorten kwamen in belangstelling door het ontstaan van de nieuwe laagblijvende rassen. Klimmers gebruiken als ondergroei of kruiper bv. tussen rozen. Klimmers laten opgroeien langs hekwerk, bomen en muren. Broze stengels: dus voorzichtig zijn bij het opbinden. Ze hebben geen hechtwortels en hebben hulp nodig bij het slingeren. |
Opmerkingen | De Tropaeolum kan men in sommige boeken aantreffen bij Nasturtium. Doeltreffend om luizen weg te houden van andere planten; het sierlijke vrij grote blad kan aan de onderzijde dikwijls vol luizen zitten. Tropaeolum trekt luizen aan en daardoor blijven andere planten vrij. Oost-Indische kers (Tropaeolum) is zeer nuttig in de groentetuin en heeft een weldoende invloed in de mengculturen, Het jonge blad heeft de smaak als tuinkers en waterkers, is eetbaar en mag een schotel sieren. De bloemen en de vruchtjes (die op `kappertjes' lijken) zijn eetbaar. Onrijpe vruchtjes kunnen in azijn opgelegd worden. |
Toepassingen | |
Foto's | |