Benaming | Goudsbloem |
Familie | Compositae |
Omschrijving | Herkomst: Zuid-Europa
Bodemeisen: droge tot vochthoudende grond met wat kalk.
Bloemen: grootte (diameter): van 5 tot 10cm; kleuren: geel, oranje.
Plantafstand: 20-25 cm.
Calendula heeft vrij grote zaden met grillige vorm. |
Onderhoud | Uitgebloeide bloemen wegdoen. Als de uitgebloeide knoppen tot zaadvorming komen volgt spoedig zelfzaaiing in de tuin. Zeer gevoelig voor luizen.
Jonge plantjes inknijpen (mei-juni) om stevige en vertakte planten te krijgen. |
Groeien | Kiemduur: 5-10d. Ter plaatse zaaien vanaf april en uitdunnen is de vlotste teeltwijze. De uitgedunde plantjes kunnen ook geplant worden. Zaairesultaat van september kan overwinteren op een beschutte plaats en mits afdekking met dennetakken.
|
Tips | Voor snijbloem oogst men de goudsbloemen als ze open zijn, knopjes gaan niet steeds open op water.
Te planten in de groentetuin als mengcultuur: in combinatieteelten is de Calendula een schadelijke-insectenwerende plant, een goede verweerplant en is bodemverbeterend. |
Opmerkingen | Bladeren hebben een typische opvallende geur die luizen lokt. |
Toepassingen | De lintbloempjes (oranje, geel) van elke bloem kunnen vers geplukt worden, gedroogd en als thee verbruikt worden. De kleurrijke lintbloempjes van verse bloeiwijzen kunnen bij gerechten dienstig zijn: fijnhakken en de schotels en gerechten versieren, Gebruik in culinaire en in cosmetica sectoren. |
Foto's | |